beweegbaar etymology

Dutch word beweegbaar comes from Dutch bewegen, Dutch -baar (-able, indicates an action can be performed.)

Detailed word origin of beweegbaar

Dictionary entryLanguageDefinition
bewegen Dutch (nld) (intransitive, sometimes, reflexive) to move, to be in motion. (transitive) to budge, to motivate, to spur, to induce. (transitive) to move, to cause to be in motion.
-baar Dutch (nld) -able, indicates an action can be performed.
beweegbaar Dutch (nld) Movable.

Words with the same origin as beweegbaar

Descendants of bewegen
beweegreden beweging schijnbeweging verzetsbeweging
Descendants of -baar
aanvaardbaar bereikbaar betrouwbaar blijkbaar breekbaar bruikbaar dankbaar dankbaarheid kostbaar kwetsbaar middelbaar onaanvaardbaar onverslaanbaar openbaar prikkelbaar schijnbaar strafbaar vergelijkbaar verkiesbaar verkrijgbaar vervangbaar vloeibaar voorspelbaar vruchtbaar zichtbaar