daad etymology

Dutch word daad comes from Proto-Indo-European *dʰeh₁-, Proto-Indo-European - -tis, and later Proto-Indo-European *dʰéh₁tis (Act of putting, placement.)

Detailed word origin of daad

Dictionary entryLanguageDefinition
*dʰeh₁- Proto-Indo-European (ine-pro)
- -tis Proto-Indo-European (ine-pro)
*dʰéh₁tis Proto-Indo-European (ine-pro) Act of putting, placement.
*dēdiz Proto-Germanic (gem-pro) Deed, act.
dāt Old Dutch (odt)
dâet Middle Dutch (dum)
daad Dutch (nld) Deed, act.

Words with the same origin as daad

Descendants of *dʰeh₁-
aandoen bibliotheek chauffeur dader dat doen doet effect familie feit godverdomme het hetzelfde inderdaad krediet kudde meedoen ongedaan opendoen specifiek strijden thema toen voldoen
Descendants of - -tis
doos dosis fortuin gast gastheer geboorte geniaal genie hotel leeftijd maaltijd stad tegelijkertijd tijd tijdelijk tijdens tijdperk tijdstip tussentijd