eerlijkheid etymology

Dutch word eerlijkheid comes from Dutch -heid, Dutch eerlijk (Fair, just. Honest.)

Detailed word origin of eerlijkheid

Dictionary entryLanguageDefinition
-heid Dutch (nld) -ness, -ity; forms nouns from adjectives, denoting the abstract quality of the adjective.
eerlijk Dutch (nld) Fair, just. Honest.
eerlijkheid Dutch (nld) Fairness, justness. Honesty.

Words with the same origin as eerlijkheid

Descendants of -heid
aanwezigheid afwezigheid bezorgdheid duidelijkheid eenheid eeuwigheid gelegenheid gerechtigheid gezondheid goedheid liefdadigheid overheid persoonlijkheid schoonheid snelheid veiligheid verantwoordelijkheid verlegenheid vrijheid waardigheid waarheid werkelijkheid wijsheid zekerheid