uur etymology

Dutch word uur comes from Proto-Indo-European *yeh₁-, Ancient Greek ὥρᾱ, and later Latin hora (Hour. O'clock. Season; time of year. Time.)

Detailed word origin of uur

Dictionary entryLanguageDefinition
*yeh₁- Proto-Indo-European (ine-pro)
ὥρᾱ Ancient Greek (grc)
ὥρα Ancient Greek (grc)
hora Latin (lat) Hour. O'clock. Season; time of year. Time.
uur Dutch (nld) An hour, a period of time. O'clock. The hour, the time of day.

Words with the same origin as uur

Descendants of *yeh₁-
gisterjaar jaar jaarboek jaargetijde jaarlijks jaarmarkt jaartien jarenlang jarig lichtjaar middaguur najaar nuluurcontract oudejaarsavond schrikkeljaar spitsuur spreekuur urenlang uurglas uurwerk verjaard verjaardag verjaren voorjaar
Descendants of ὥρᾱ
avonduur manuur slingeruurwerk speruur uurrooster valuur