vleugel etymology

Dutch word vleugel comes from Proto-Germanic *fleuganą (To fly.), Proto-Germanic - ilaz

Detailed word origin of vleugel

Dictionary entryLanguageDefinition
*fleuganą Proto-Germanic (gem-pro) To fly.
- ilaz Proto-Germanic (gem-pro)
*flugilaz Proto-Germanic (gem-pro) Wing.
*flugil Old Dutch (odt)
vlueghel Middle Dutch (dum)
vleugel Dutch (nld) (by extension) airforce base. (military) army wing. (political) political wing. (sports) wing. Building wing. Grand piano. Part of a clap door. Part of a helix. Part of the nose. Wing.

Words with the same origin as vleugel

Descendants of *fleuganą
Vlieg aasvlieg flakkeren fruitvlieg terugvliegen vlakkeren vleug vlieg vliegen vliegshow vliegtuig vliegveld vliegverbod vliegverkeer vlucht vogel vuurvlieg wegvliegen zweefvliegen
Descendants of - ilaz
afbeulen barrel bedel beul beulsknecht beulswerk breidel bretel buidel dierenbeul gordel hiel hielenlikker knokkel lutje mensenbeul sleutel slot slotgracht steil tenslotte verkneukelen werpel worpel