vlucht etymology

Dutch word vlucht comes from Proto-Indo-European *plewk-, Proto-Indo-European *plew-k-, Proto-Indo-European *pleuk-, Proto-Germanic - þiz, and later Proto-Germanic *fleuhaną (To escape. To flee.)

Detailed word origin of vlucht

Dictionary entryLanguageDefinition
*plewk- Proto-Indo-European (ine-pro)
*plew-k- Proto-Indo-European (ine-pro)
*pleuk- Proto-Indo-European (ine-pro)
- þiz Proto-Germanic (gem-pro)
*fleuhaną Proto-Germanic (gem-pro) To escape. To flee.
*fleuganą Proto-Germanic (gem-pro) To fly.
*fluhtiz Proto-Germanic (gem-pro) Act of fleeing, escape.
fluht Old Dutch (odt)
*fluhtiz Proto-Germanic (gem-pro) Act of fleeing, escape Act of flying, flight.
*fluhtiz Proto-Germanic (gem-pro) Act of flying, flight.
*fluht Old Dutch (odt)
vlucht Middle Dutch (dum) Flight, act of flying. Flight, escape. Speed. Swarm (of birds).
vlucht Dutch (nld) Escape, flight. Flight. Swarm (of birds).

Words with the same origin as vlucht

Descendants of *plewk-
Vlieg aasvlieg fruitvlieg terugvliegen vlakkeren vleug vleugel vliebaar vlieden vliedheuvel vlieding vlieg vliegbasis vliegen vlieghaven vliegshow vliegtuig vliegveld vliegverkeer vliegwiel vogel vuurvlieg wegvliegen zweefvliegen
Descendants of *plew-k-
flakkeren pluim plume vliegverbod
Descendants of - þiz
bocht drift gif gift giftig gloed gunst hartstocht jicht klucht krijgsmacht kruistocht macht plicht schuld sollen spoed tocht vredesmacht wereld zaad zicht zucht zullen