zaak etymology

Dutch word zaak comes from Proto-Indo-European *seh₂g-, and later Proto-Germanic *sakaną (To charge, dispute.)

Detailed word origin of zaak

Dictionary entryLanguageDefinition
*seh₂g- Proto-Indo-European (ine-pro) to seek out
*sakaną Proto-Germanic (gem-pro) To charge, dispute.
*sakō Proto-Germanic (gem-pro) Charge, case, lawsuit. Quarrel. Thing, matter.
saka Old Dutch (odt)
*saka Old Dutch (odt)
sake Middle Dutch (dum) Case, matter, affair. Cause, reason. Thing.
zaak Dutch (nld) (legal) case, suit. General term with which one indicates a thing or a concept that is not a person: thing. Matter. Shop, small store, business.

Words with the same origin as zaak

Descendants of *seh₂g-
daadzaak eenmanszaak eerzaak inzake kledingzaak noodzaak noodzakelijk platenzaak rechtszaak saai terzake vergezocht verzaken verzaking verzoeking zaakwaarnemer zak zakenbank zakencijfer zoekbalk zoeken zoekrobot zoektocht zoekvak